Quien pasee por la naturaleza holandesa a finales de agosto las verá colgando por casi todas partes: moras. Pero no es la misma mora en todas partes. Desde Drente hasta Zelanda y desde Ámsterdam hasta Veluwe, todas las moras son comestibles, pero rara vez son de la misma variedad.
De gemiddelde struikenexpert wil ze nog wel plukken om op te eten, maar loopt er verder met een boog omheen: ‘de wereld van de bramen, die is te ingewikkeld’. Slechts een handvol struikenexperts heeft zich door dit stekelige struweel omhoog geworsteld en mag zich een ‘batoloog’ noemen: een bramendeskundige.
Drie daarvan vonden het tijd om de rest van Nederland bij te praten en schreven onlangs de brochure Bramenland Nederland, over de soortenrijkdom en natuurwaarde.
Eigenlijk is de brochure vooral bedoeld om af te rekenen met het imago van woekerende probleemstruik. Dat probleemimago is ook deels terecht en komen we zo op. Maar dan moeten we eerst maar eens kennis maken met de rijkdom van ons bramenland.
In Nederland heeft elke streek een kenmerkende bramensoort
Batoloog zijn heeft één voordeel: je zult niet snel verdwalen. Aan de hand van de aanwezige bramen weet een bramenkenner altijd waar die zich in Nederland bevindt. Kom je de grote haarbraam tegen? Dan ben je in Drenthe. De prachtkambraam of de smeulende kambraam? Noord-Brabant.
Zo groeit de koebraam vooral in Zeeland en de berijpte schuilbraam alleen in de duinen tussen Den Haag en IJmuiden. De kale haagbraam is dan weer de specialiteit van de Waddeneilanden en natuurlijk heeft ook Zuid-Limburg z’n eigen bramen: de fijne muisbraam en de slangwoudbraam.
Het is slechts een kleine greep uit 220 soorten Nederlandse bramen, met stuk voor stuk prachtige namen. En dat geldt ook voor de struiken zelf. De meeste maken lange ranken, met een blad dat vaak vrij groot is, soms lichtgekleurd, maar meestal donkergroen.
Met uitzondering van de blauwige dauwbraam is de rijpe vrucht altijd zwart, terwijl de bloesems wit of roze zijn. Dat bloesemaanbod maakt bramen ook waardevol voor bestuivende insecten. Bramenplukkers zijn ook bekend met een keerzijde: stekels – een stuk venijniger dan bij frambozen.
Een wildgroei van soorten: hoe de braam op de paardenbloem lijkt
Ook de framboos komt van nature in Nederland voor, als ‘dé wilde framboos’. Maar dat is ‘slechts’ één soort. Hoe kan het dan dat er zo veel bramen zijn? Ook die vraag wordt beantwoord in de bramenbrochure.
Dat komt door een evolutionair proces dat ‘apomixie’ heet. Vrijwel alle bloeiende planten hebben bevruchting nodig om zich voort te planten. Maar bij bramen steekt het DNA net een beetje anders in elkaar, waardoor soms ook uit onbevrucht zaad een nieuwe struik kan groeien.
Als dit gebeurt bij een kruising tussen twee soorten (zoals een dauwbraam en een woudbraam), kan dit een nieuwe soort voortbrengen, met unieke genetische eigenschappen. Bij soorten die niet in staat zijn tot apomixie zijn kruisingen meestal onvruchtbaar.
De eigenschap is zeldzaam, maar maakt de braam niet helemaal uniek. In het Nederlandse plantenrijk is ook de paardenbloem ertoe in staat. Daar hebben we er dan ook honderden soorten van.
De meeste bramen houden van kalkarme, droge zandgrond
De versnelde evolutie van bramen maakt dat ze zich in Nederland hebben kunnen aanpassen aan verschillende leefmilieus. Sommige bramen kunnen goed tegen schaduw, sommige goed tegen droogte en een enkele weet te overleven in een kalkrijk milieu, zoals de Hollandse duinen, Zuid-Limburg of de uiterwaarden.
Toch is de soortenrijkdom niet evenredig verdeeld. Op sommige plekken komt alleen de dauwbraam voor (die kalk kan hebben en niet veel humus nodig heeft), terwijl op andere plekken tientallen soorten kunnen groeien.
Dat zijn vaak plekken met een droge en zure zandige bodem, die het liefst ook nog wat dode plantenresten bevat. In de natte delen van Nederland komen bramen van oorsprong heel weinig voor, en dat geldt ook voor de voedselrijke kleigebieden.
Verbraming is een probleem met meerdere oorzaken
Van oorsprong groeien de meeste bramensoorten dus het liefst in een wat voedselarme omgeving. Dat staat haaks op het beeld van de braam als stikstofwoekeraar.
Door stikstofvervuiling wordt in Nederland een groot deel van de oorspronkelijke plantenrijkdom weggedrukt door een klein aantal snelgroeiende soorten. Dan krijg je bermen vol gras, zuring en brand, die een veel grotere diversiteit aan bloeiende kruiden wegdrukken.
Bramen kunnen iets soortgelijks doen met ‘struwelen’, kleine bosjes bestaande uit struiken. De snelgroeiende braam kan daar in zeer korte tijd volledig overheen groeien, waardoor de onderliggende struiken te weinig licht krijgen en afsterven. Gaat deze verbraming sneller als je bramen een extra slok stikstof geeft? Wellicht voor sommige soorten. Maar bosranden met veel stikstofneerslag staan vooral vol met brandnetel en kleefkruid, zo schrijven de auteurs.
Aangezien bramen meestal niet van kalk of veel vocht houden, zouden ook verzuring en verdroging een rol kunnen spelen. Dat zijn twee andere structurele problemen voor de Nederlandse natuur. En als een bos plots verbraamt, kan dat ook iets zeggen over de gezondheid van de bomen, zo schrijven de auteurs. Als het bladerdek uitdunt, kunnen bramen op de bodem hun kans zien.
Enige echte ‘probleembraam’ legt ander natuurprobleem bloot
Maar lang niet alle braamsoorten zijn stikstofwoekeraars, schrijven de batologen. Ze zien verbraming bovendien als een natuurlijk proces op plekken waar weinig begrazing plaatsvindt. Verbraming kan ook een teken zijn van een slechte gezondheid van de bossen.
En als we één braam zouden leren herkennen, moet dat misschien maar de enige echte probleembraam zijn: de dijkviltbraam. Ondanks de oer-Hollandse naam is dit een uitheemse soort die wél van voedselrijke omstandigheden houdt, en in korte tijd hele bermen en bosranden kan innemen.
Dat probleem, de verspreiding van ‘invasieve exoten’, speelt inmiddels wereldwijd. En de bestrijding is een extra kopzorg voor natuurbeheerders, die vooral op handmatig verwijderen zijn aangewezen. Overigens hebben ook de overige braamsoorten last van zulke exoten, schrijven de batologen. Bosranden die worden gedomineerd door Amerikaanse vogelkers zijn in Nederland bijvoorbeeld arm aan braamsoorten.
2023-08-27 03:00:21
1693112303
#maravilloso #mundo #las #moras #arbusto #problemático #lleno #biodiversidad #clima